Bomen en heesters zijn in de wintermaanden aangeplant. Zij vormen de basis van een tuin en zijn jarenlang sfeerbepalend. Direct naast de poort staat een Stachyrus praecox (Staartaar). De zachtgele, 5-8 cm lange, hangende bloemtrossen verschijnen in maart. De Stachyrus zal op den duur boven de poort uitgroeien. Daardoor is de eerste groene aanblik op het erf gegarandeerd. Iets later, in april, bloeit Magnolia ‘Genie’, die naast de voordeur staat, met schitterende donker roze bloemen.

Malus ‘Evereste’ (sierappel) bloeit wit in april. De oranje-rode appeltjes blijven de hele winter aan en kleuren mooi bij de dakpannen Vanuit mijn kantoor kijk ik in de kruin van deze jaarrond interessante kleine boom.

Zanthoxylum stimulans (kiespijnboom of staartpeper) is een struik waaraan heerlijke Chinese Szechuan peperkorrels groeien. De takken hebben flinke doorns, goed tegen inbrekers. Cercis canadensis ‘Forest Pansy’ (roodbladige Judasboom) wilde ik ook niet missen! Deze parasolvormige heester bloeit in april-mei met roze  trossen op de kale takken. Na de bloei verschijnt decoratief hartvormig blad. In de herfst verkleurt het blad naar oranje-bruin.

Halesia carolina (sneeuwklokjesboom) is een meerstammige grote struik die bloeit in april met klokjes die aan de takken hangen. Een aantal wintergroene heesters mochten natuurlijk niet ontbreken. Ik heb gekozen voor Choisya ‘Aztec Pearl’ en Choisya ternata ‘White Dazzler’. Totaal heb ik vijf Choysia’s verdeeld over het erf aangeplant. Deze compacte heesters worden ongeveer een meter groot en bloeien overdadig met witte geurende bloemen in het voorjaar en nog eens in de nazomer. Verder heb ik o.a. Clerodendrum, Lespedeza, Indigofera, Euonymus ‘Red Cascade’, Chimonanthus praecox (Meloenboompje), Sorbaria sorbifolia ‘Sem’, Deutzia ‘Strawberry Fields’, Elaeagnus ebbingei en Fothergilla major (Lampenpoetserstruik) aangeplant. 

Kruidlaag

Eind maart is een zorgvuldig samengesteld mengsel van vaste planten en siergrassen aangeplant. Bij het samenstellen van een beplantingsplan let je niet alleen op bloemkleur en bloeitijd. Het combineren van verschillende bloemvormen en bladstructuur is minstens zo belangrijk. Bovendien is het belangrijk rekening te houden met de omstandigheden van de locatie. Door planten te kiezen die geschikt zijn voor de omstandigheden heb je er minder omkijken naar. Zo creëer je een onderhoudsvriendelijke beplanting. Niet alleen grondsoort maar ook of de grond droog en goed doorlatend of juist vochtig is en de zon/schaduw situatie zijn factoren waarmee rekening gehouden moet worden bij het kiezen van de juiste beplanting.

Het erf tussen de gebouwen is 40 meter lang. De borders aan weerszijden van de oprit mogen van mij wat gecultiveerder ogen. In de op het zuiden gelegen voortuin wordt de kleurstelling voornamelijk roze en blauw. Hier komen o.a. Echinacea purpurea ‘Magnus Superior’ en Perovskia ‘Blue Spire’. Langs de oprit maakt het roze plaats voor oranje en donkerrood en roze. Het donkerrood sluit aan bij de rode baksteen van de gevels en oranje kleurt bij de dakpannen van de schuur.

Oranje-bruin zien wij ook terug in het landschap waar kuddes Limousin runderen lopen. Aan de achterzijde van de woning komt in het najaar steeds meer geel in de border. Het zonnige geel lijkt het seizoen te verlengen en kleurt mooi bij de herfstkleuren die het landschap aanneemt. Door de kleurstelling van de beplanting aan de omgeving aan te passen word je aandacht niet teveel afgeleid van het schitterende uitzicht. Alles draait hier om natuurbeleving!